De jaren 1831 en 1832, welke onmiddellijk op de Juliomwenteling volgen, zijn een der eigenaardigste en treffendstetijdperken uit de geschiedenis. Deze beide jaren zijn als twee bergente midden der jaren, die hen voorafgaan en volgen. Zij hebben derevolutionnaire grootheid. Men onderscheidt er afgronden. Demaatschappelijke massa’s, de grondslagen zelve der beschaving, dehechte groep der opeengestapelde en samenhangende belangen, deeeuwenoude omtrekken der voormalige Fransche vorming verschijnen enverdwijnen er ieder oogenblik te midden der onstuimige wolken vanstelsels, hartstochten en theorieën. Deze verschijningen enverdwijningen heeft men den wederstand en de beweging genoemd. Bijtusschenpoozen ziet men er de waarheid, dat licht der menschelijkeziel, in stralen.
Dit merkwaardig tijdvak is tamelijk eng begrensd en begint zichreeds allengs genoeg van ons te verwijderen, om thans de hoofdlijnenervan te kunnen erkennen.
Wij willen beproeven ze aan te toonen.
De restauratie was een tusschentijdvak, dat moeielijk te beschrijvenis, een tijdvak van afmatting, dof gerucht, gemor, slaap, rumoer, welkeniets anders beteekenen dan de komst eener groote natie aan eenrustpunt. Deze tijdvakken zijn buiten allen regel en bedriegen destaatkundigen, die ze willen bewerken. Bij den aanvang vraagt de natieslechts rust; men haakt slechts naar vrede; men heeft geen andereeerzucht dan klein te zijn; ’t geen wil zeggen rustig te blijven.Men heeft, God dank, tot verzadigens toe, genoeg groote gebeurtenissen,groote afwisselingen, groote avonturen, groote mannen gezien. Men zougaarne Cesar voor Prusias, en Napoleon voor den koning van Yvetotgeven: Quel bon petit roi c’étaitlà! (welk een goed koninkje was dat!) Men heeft sinds hetaanbreken van den dag gegaan en is aan den avond van een langenvermoeienden dag; den eersten tocht heeft men met Mirabeau,[8]den tweeden met Robespierre, den derden metBonaparte afgelegd; men is van vermoeidheid uitgeput. Ieder verlangtnaar bed.
De vermoeide opoffering, de oud geworden heldenmoed, de verzadigdeeerzucht, de bereikte fo