Een Broertje van den Beer
VI
...de jongen kwamen hun hol uit en begonnen samen te spelen bl. 21 VI.
Het doel van dit boekje, voor zoover het een ander doel heeft dan een mijner eenvoudige genoegens met anderen te deelen, zalin het hoofdstuk, getiteld: “Hoe men ’t bekijkt”, worden aangetroffen. De titel zal verklaard worden in het hoofdstuk: “EenBroertje van den Beer.”
Al deze schetsen zijn uit mijn oude opschrijfboekjes genomen, of uit mijn eigen geheugen; en de waarnemingen omvatten eentijdperk van een jaar of dertig—van den tijd af dat ik voor ’t eerst door de bosschen bij huis begon te zwerven met de verbazingen opgetogenheid van een kind, tot mijn laatsten moeilijken tocht, ’s winters in de Canadeesche wildernis. Sommige hoofdstukken,zooals die over de Snip en den Waschbeer, geven de eigenaardigheden van allerlei dieren derzelfde soort; andere, zooals dieover den beer en de eidereend uit het volgende deeltje1, geven de scherpzinnigheid van sommige bijzondere dieren weer, die de natuur hoog boven het peil van hun makkers schijntte hebben