trenarzh-CNnlitjarufanl


Opmerkingen van de bewerker

Inhoud

GEREFORMEERDE DOGMATIEK.

GEREFORMEERDE
DOGMATIEK.

DOOR
DR. H. BAVINCK.

EERSTE DEEL.
INLEIDING. — PRINCIPIA.
KAMPEN. — J. H. BOS. — 1895.
Nijmegen. — Snelpersdruk der Weesinrichting.

VOORBERICHT.


Met een kort woord moge het standpunt dezer dogmatiekin het licht worden gesteld. Niet alleen de geloovige, ook dedogmaticus heeft belijdenis te doen van de gemeenschap der heiligen.Alleen met alle de heiligen kan hij begrijpen, welke debreedte en lengte en diepte en hoogte zij en bekennen de liefdevan Christus, die de kennis te boven gaat. Eerst in en doorhunne gemeenschap leert hij het dogma verstaan, waarin hetchristelijk geloof zich uitspreekt. Bovendien ligt er in deze gemeenschapder heiligen eene sterkende kracht en een uitnemendetroost. Dogmatiek is thans niet in eere; het christelijk dogmadeelt niet in de gunst van den tijd. Vandaar, naar het woordvan Groen van Prinsterer, Ongeloof en Revolutie 1868 bl. 17,somwijlen een gevoel van verlatenheid, van isolement. Maar deste meer stemt het dan tot dank, een beroep te kunnen doen ophet bondgenootschap der voorgeslachten. Om deze redenen is eraan de patristische en scholastische theologie meer aandacht gewijd,dan anders wel bij protestantsche dogmatici het geval is.Mannen als Irenaeus, Augustinus, Thomas, behooren niet uitsluitendaan Rome. Zij zijn patres en doctores, aan wie degansche christelijke kerk verplichtingen heeft. Voorts is ook deRoomsche theologie na de Hervorming niet vergeten. Er is onderde Protestanten menigmaal te weinig bekendheid zoowel methetgeen hun met Rome gemeen is als wat van Rome hen scheidt.De herleving der Roomsche theologie onder de auspiciën van[IV]Thomas, maakt het voor den protestantschen Christen dubbelnoodzakelijk, zich van zijne verhouding tot Rome welbewuste enheldere rekenschap te geven.

Het nauwst sluit echter deze dogmatiek zich aan bij dattype, hetwelk de christelijke religie en theologie in de zestiendeeeuw door de Reformatie, bepaaldelijk in Zwitserland, ontving.Niet omdat dit de eenig-ware, maar wijl het naar de overtuigingvan den schrijver de relatief-zuiverste uitdrukking der waarheidis. In geen confessie is het christelijke in zijn religieus,ethisch en theologisch karakter zoo tot zijn recht gekomen; nergensis het zoo diep en breed, zoo ruim en vrij, zoo waarlijkkatholiek opgevat als in die van de Gereformeerde kerken. Daaromis het te meer te betreuren, dat deze reformatie van religieen theologie, evenals die van kerk en wetenschap, zoo spoedig isgestuit. Er is in weerwil van veel goeds, dat ook de latere ontwikkelingniet alleen hier te lande, maar evenzeer in Engeland,Schotland, Amerika te aanschouwen geeft, toch weldra stilstandingetreden en deformatie gevolgd. Bij voorkeur zich beroependeop de oudere generatie, die in frischheid en oorspronkelijkheidde latere verre overtreft, acht schrijver dezes het het rechtvan den dogmaticus, om in de geschiedenis der Gereformeerdetheologie tusschen koren en kaf onderscheid te maken. Het oudete loven alleen omdat het oud is, is noch gereformeerd nochchristelijk. En dogmatiek beschrijft niet wat gegolden heeft, maarwat gel

...

BU KİTABI OKUMAK İÇİN ÜYE OLUN VEYA GİRİŞ YAPIN!


Sitemize Üyelik ÜCRETSİZDİR!