trenarzh-CNnlitjarufanl

Nieuw ontworpen voorkant.

Zeemans-woordeboek

Zeemans-woordeboek,
Behelzende
een verklaring der woorden,
by
de scheepvaart en den handel
in gebruik
en
een opgave der algemeene wetsbepalingen,
daartoe betrekkelijk,
en
der spreekwijzen,
daaraan ontleend.
een en ander voorzien
met
taalkundige opmerkingen en aanhalingen
uit
onderscheidene schrijvers:
te samen gesteld
Amsterdam,
Gebroeders Binger.
1856.

Druk van M. H. Binger & Zonen.[V]

Den Heer
Aarnoud van Lennep.

Waarde Broeder!

Onderscheidene redenen dringen my, u dezen arbeid op te dragen. Gyzijt de eerste geweest, aan wien ik mijn voornemen om dien tot stand tebrengen, heb medegedeeld: de eerste, die my, met uwen raad, met uweondervinding, met uwe voorlichting, hebt bygestaan: gy hebt my dewerken aan de hand gedaan, meest geschikt om er gepaste bouwstoffen uitte ontleenen. [VI]

Ik weet, dat u dit werkjen niet onwelkom wezen zal: in de eersteplaats, om dat het u de loopbaan zal herinneren, waarin gy delentedagen uws levens hebt doorgebracht, en een vak aan ’t welk ugewis, ook al mocht gy ’t verlaten hebben, nog de oudegenegenheid boeit; en ten anderen, om dat het komt van hem, wien gysteeds warme vriendschap bleeft toedragen, en die van zijnen kant hetsteeds tot een geluk rekende, zich te mogen noemen

Uw Broeder en Vriend

J. v. Lennep.

Voorrede.

By elken Nederlander, immers by den zoodanige, diedezen naam niet uit kracht eener wet, maar uit hoofde zijner afkomstvoert, bestaat, in meerdere of mindere mate, zekere ingenomenheid methet Zeewezen, ’t zij, dat wy die reeds van kinds af inademen metden zeewind, die over onze velden blaast, ’t zij, dat wy haaroorsprong zoeken moeten in de herinneringen van onzen ouden roem envervlogen grootheid ter zee, ’t zij, dat hier die beide oorzaken,de fyzieke en de moreele, te samen werken. Ook my waren, van zoo verremy heugt, zeegezichten, zeetochtjens, verhalen van zeegevechten enzeeavonturen, welkom en aangenaam. Ofschoon tot opeen-en-twintigjarigen leeftijd een eenige zoon, en dus niet voor dezeedienst bestemd, bleef niet-te-min my ten allen tijde de neiging byvoor al wat tot de zee betrekking had. De omstandigheid, [VIII]dat ik ten gevolge van een ambt, ’twelk ik lange jaren bekleedde, gehouden was, telken jare eenige dagenop zee—al was het dan ook maar op een binnenzee—d

...

BU KİTABI OKUMAK İÇİN ÜYE OLUN VEYA GİRİŞ YAPIN!


Sitemize Üyelik ÜCRETSİZDİR!